Vorige

Volgende

Toon index

Start pagina

Auteur: Arend Arends

Versie: 16 juni 2018

Huizen in Peize voor 1850

C Kerkstraat Zuid en Zuurseweg Middengedeelte 19-32

19 Jacob Jansen Vos, Jan Jacobs, Popco Jepes, Bareld Derks Dekker, Bareld Barelds Bakker, Koenraad Barelds Bakker

Het huis is gelegen aan de Kerkstraat westzijde op de hoek met de Zuurseweg. De bewoners van huis 15, 18, 19 en 20 worden soms ook in een andere volgorde vermeld.

Hoewel niet geheel zeker, lijkt het mogelijk dat hier in 1646 het huis van Jacob Jansen Vos heeft gestaan. In het Haardstedenregister 1676 wordt Jan Jacobs vermeld met 3 paarden, in 1691-1694 zijn weduwe.

In 1742 woont Popco Jepes, brouwer met nering in het huis dat in 1646 behoorde aan Jacob Jansen Vos. Popco Jepes heeft een van de twee collectebussen van de diaconie in huis.

Popco Jepes trouwt in 1700 met Geugien Jansen, weduwe van Hindrik Alberts. Popco Jepes is evenals de eerste echtgenoot van Geugien Jansen aanvankelijk smid van beroep. Hindrik Alberts was eerder getrouwd met Aaltien Jansen. In 1707 verleent de Etstoel toestemming voor een overeenkomst waarbij het kind van Hindrik Alberts en Aaltien Jans 1/4 deel van de goederen krijgt.

Van Popco Jepes en Geugien Jansen zijn twee kinderen bekend, Antje en Grietje.

In 1746 wordt een contract van eenkindschap gesloten bij het hertrouwen van Annegien Popkes met Jan Ottens. Zij is dan weduwe van Roelof Arents tot Peize. Popke Ipkens als hoofdmomber en Jan Remmers, Jacob Arents en Martinus Engberts (getrouwd met Grietje Popken) als medemombers vragen hiervoor toestemming van de Etstoel (Jacob Arents woont in huis 20). Jan Remmers is mogelijk dezelfde als Jan Rommels in Paterswolde en Jan Arents, die in 1765 als alumnus van de diaconie van Eelde erft van Jacob Arents, zie 20. Ook Arent Roelfs erft met zijn twee zusters en broer. Arent Roelfs trouwt in 1769 in Rolde met Jantje Julsing, weduwe van Hendrik Huising. Hun kinderen Roelof en Henderika Arents noemen zich later Huizing.

De zusters zijn Zwaantien Roelfs, die in 1771 trouwt met Bareld Barelds Bakker, zie hieronder en Aaltien Roelfs, die in 1790 kinderloos overlijdt. Broer Popke Roelfs moet al eerder zijn overleden. Hij treedt in 1771 op namens zijn moeder Antje Popkes, zie hieronder.

In 1785 verkoopt Jantje Julsing, weduwe van Arent Roelfs van Rolde namens haar kinderen een derde van alle vaste goederen zoals nagelaten door haar mans vader Arend Roelofs en moeder Antje Popkes aan zwager Barelt Barelts en huisvrouw Swaantje Roelfs. Ook Aaltje Roelfs verkoopt de door haar geërfde goederen aan haar zwager en zuster.

In 1754 wordt  Jan Ottens in het Haardstedenregister vermeld op deze plaats met nering.

In 1764 woont hier Martinus Engberts, gortemaker, vermeld na Cornelis Berents die waarschijnlijk in huis 18 woont. Martinus Engberts is een zoon van de molenaar Engbert Jans en Grietien Martinus en wordt als molenaar vermeld in 1742 en 1754, zie huis 91 aan het Moleneind, bij de brug over het Peizerdiep. Hij trouwt in 1723 met Hilligjen Luinge, dochter van Roelof Luinge Noord en Jantien Busch en omstreeks 1730 met Grietje Popken, waarschijnlijk een dochter van Popco Jepes. Martinus Engberts woont in 1770 in Assen. Zoon Popke Martinus uit het tweede huwelijk is vanaf 1774 molenaar in Peize. Zijn zoon Roelof Popkes neemt de familienaam Mulder aan.

In 1771 draagt Martinus Engberts van Assen verschillende landerijen die in 1769 publiek werden verkocht over aan (zijn schoonzuster) Antje Popkes, die vertegenwoordigd wordt door haar zoon Popke Roelfs. Het huis wordt verkocht aan Jan Jans Gortemaker, maar in zijn plaats neemt Allert Bavinge van Nie Weren, zie 151 en 147, het huis in 1771 over voor 803 gld. Het is gelegen in het zuiden van Peize en grenst ten oosten en zuiden aan de weg, ten westen aan Jan Engberts, zie 27 en ten noorden aan Roelof Wolthers weduwe en Barelt Tinge, zie 20 met een vierde waardeel in het Wolter Luingeslag en kerkgraven voor de helft mandelig met Antje Popkes.

Barelt Derks, vermeld in het Haardstedenregister in 1774 en 1784 is mogelijk de volgende bewoner van het huis. Hij is geboren omstreeks 1740 en is mogelijk een zoon van Derk Hindriks en Willemtien Jans, zie 89. Bareld Derks trouwt omstreeks 1765 met Marchien Jacobs, dochter van Jacob Willems en Marchien Stevens, zie 17 en hertrouwt in 1775 met Harmtien Alberts, dochter van Albert Jans (Eilander) en Hinderkien Jans, zie 137 en in 1793 met Jantien Jans uit Gasteren. Kinderen uit deze huwelijken gebruiken later de familienaam Dekker. 

In 1793 kopen Barelt Barelts en huisvrouw Swaantien Roelfs het huis en hof van Albert Lunsche en huisvrouw Johanna Bolhuis, die het waarschijnlijk hebben geërfd van vader Roelof Lunsche, neef van Allert Bavinge. Het huis grenst ten oosten en zuiden aan de weg, ten westen aan Jan Engberts en ten noorden aan Harm Wolthers en Gerard Costers. Bij het huis zijn een vierde waardeel in Wolter Luingeslag en graven op het kerkhof mandelig met de aankopers. Barelt Barelts wordt in 1794 vermeld met 2 paarden. In 1797 is hij boer, 50 jaar, gehuwd met inwonend de zoons Roelof 26 en Popke 21 jaar. Bareld Barelds wordt ook in 1807 nog vermeld en is dan tevens eigenaar, maar overlijdt in 1808. In 1813 woont zoon Koenraad Barelds Bakker in het huis, hij is in 1832 eigenaar.

Bareld Barelds wordt in 1774 en 1784 vermeld als bakker in een huis naast de kerk, zie 82, dat gelijk met bovenstaande aankoop wordt overgedragen. Hij is een zoon van Koenraad Barelds en Trientien Ebbinge, zie 101.

Bareld Barelds trouwt in 1771 met Zwaantien Roelfs. Zij wordt bij overlijden in 1820 vermeld met de familienaam Rummering, mogelijk afgeleid van de naam Remmers of Rommers, waarmee oom? Jan Arents mogelijk wordt aangeduid, zie bij 20.

Zwaantien Roelfs is een dochter van Roelof Arents en Antje Popkes, zie hierboven. Zij heeft een broer Arend Roelofs wonend in Rolde en een zuster Aaltien overleden in Peize, waarvan de erfenis in 1790 wordt aangegeven door Bareld Barelds. Gezien de naam van zoon Koenraad en het medemomberschap in 1791 over de kinderen van ette Bareld Gelmers en Jeichien Lunsche is het mogelijk dat hij een zoon is van Koenraad Barelds en Trientien Ebbinge.

Zoon Roelof Barelds Bakker trouwt in 1809 met Berentien Freriks, dochter van Harm Jans Freriks en Annechien Harms Baving en overlijdt mogelijk al voor de geboorte van zijn zoon Roelof in 1810, die blijkbaar naar hem is vernoemd.

Zoon Popke Barelds Bakker trouwt in 1810 met Hinderkien Jans Talens, eerder getrouwd met Lucas van Diepenbrugge en met Frederik Baving, zie 65. Zij overlijdt al in 1812 en in 1836 hertrouwt Popke Barelds Bakker met Anna Christina van Groenenberg, eerder getrouwd met Jan Engberts.

Zoon Koenraad Barels Bakker trouwt eveneens omstreeks 1810 met Aaltien Jans Hoeks en is in 1832 eigenaar van het huis.

Zoon Hermannus Barelds Bakker trouwt in 1813 met Jantien Barelds van Peize, zie bij 13.

20 Bareld Tinge en Jacob Arends, Arend Kosters, Gerard Kosters

In 1745 woont Bareld Tinge met Jacob Arends in een kamer (afzonderlijke woning) in het huis dat in 1654 eigendom was van Jacob Willems. Eigenlijk staat er Barelt Jansen in het register van Nieuwe Huizen, maar die is waarschijnlijk synoniem met de Barelt Tinge, die vermeld wordt in het Haardstedenregister, zie hieronder. In het Haardstedenregister van 1672 wordt Grete Willems vermeld, in 1691-1694 Roelof Jacobs. Volgens de beschrijving in het register van Nieuwe Huizen 1745 woont de weduwe van Bareld Ebbinge dan in een huis, ontstaan uit de schuur bij dit huis, zie 21.

Bareld Tinge en Jacob Arends worden in het haardstedenregister vermeld in 1742, 1754 en 1764, Bareld Tinge ook in 1774.

In 1736 verkopen Bareld Jansen Tinge en zijn vrouw Annegien Arends een stuk land (Drents Archief, Archief Ebbinge, inv. 6).

In 1765 verkopen de erfgenamen van Jacob Arents de helft van 2 matten hooiland, waarvan de andere helft wordt verkocht door Barelt Tinge. De genoemde erfgenamen zijn Jan Arents, Margijn Courts uit Groningen als weduwe van Lambert Arents en Arent Roelfs mede namens zijn twee zusters en broer. De laatsten zouden de kinderen kunnen zijn van Roelof Arents en Antje Popkes, zie 19. Hierbij treedt de diaconie van Eelde op wegens haar alumnus Jan Arents. Dit is mogelijk Jan Rommels, die in 1742 en 1754 nog meier is van de pastorieplaats in Paterswolde-Noord (voormalig Cluivinge Erf), maar in 1764 in het diaconiehuis van Paterswolde woont. De naam Rummering die Zwaantje Roelfs, dochter van Roelof Arents en Antje Popkes bij haar overlijden krijgt toegekend zou met de naam Rommels te maken kunnen hebben.

Barelt Tinge verkoopt in 1765 ook verschillende landerijen, maar daarbij is niet het huis.

In 1770 is Bareld Tinge medemomber over de kinderen van Harm Hindriks (van Peize, zie 12) en Jantien Barelds en is Arend Barelds hoofdmomber. Mogelijk zijn Arend Barelds, waarvan de kinderen zich later Slagter noemen en Jantien Barelds kinderen. Voor Arend Barelds zie bij 29.

In 1783 verkoopt Barelt Tinge het huis in een publieke verkoping aan Hindrik Harms, die de koop overdoet aan mr. Arend Costers en vrouw Annegijn Ottens. Bij de overdacht in 1785 treedt de diaconie van Peize op namens de inmiddels "wijlen Barelt Tinge, int laast haar alumnus".

Arend Kosters, kleermaker, woont van 1742-1774 in huis 25, in 1784 in dit huis, daarna zijn zoon Gerard Kosters. Mogelijk is hij verwant aan Geer Costers van Northoorn (Nordhorn, Bentheim), die in 1721 in Peize trouwt met Swaentien Hermens uit Het Laar, eveneens Bentheim. Hij zou een zoon kunnen zijn uit een eerder huwelijk of een broer van deze Geer Costers.

Arend Kosters is getrouwd met Trientje Willems, uit welk huwelijk zoon Hindrik Arends Kosters, geboren omstreeks 1730, dochter Margien Kosters, geboren in 1736 en overleden 1820 en dochter Jantijn Arents, geboren omstreeks 1738 en in 1769 in Zuidhorn getrouwd met Drewes Kornelis Staal uit Den Ham bij Aduard en daar overleden in 1821.

Arend Kosters hertrouwt in 1751 met Annegien Ottens, vermoedelijk een dochter van Otto Jansen en Wibbegien Egberts en weduwe van Jan Allers. Jan Allers is in 1742 en 1745 herbergier in huis 66. Zoon Jan Alderts wordt evenals zijn stiefvader kleermaker. De kinderen van Annegien Ottens erven in 1791 met Jantien Ottens van hun tante, respectievelijk zuster Wibbegien Ottens.

Kinderen van Arend Kosters en Annegien Ottens zijn Jan Ottens, getrouwd met Tjitske Hindriks van der Veen, zie 112, Otto Arends Kosters, getrouwd met Jantien Geerts, zie 34 en 47, Gerard Arends Kosters en Jantien Arends, getrouwd met Freerk Engberts, zie 45. Van deze kinderen neemt Jan Ottens de familienaam Ottens aan.

Gerard Arends Kosters trouwt in 1791 met Ameltien Cornelis, dochter van Cornelis Berends en Jantien Ottens, zie bij 18.

Gerard Kosters koopt in november 1790 na het overlijden van zijn moeder haar deel van het huis van de andere erfgenamen. Hij is dan pander van Peize. In 1793 koopt hij de nagelaten goederen van zijn vader Arend Kosters van de andere erfgenamen.

In 1797 is Gerard Kosters pander, 37 jaar en zijn er twee kinderen. In 1813 wordt zijn weduwe vermeld, in 1832 zijn zijn erfgenamen eigenaar van het huis. Ameltien Cornelis hertrouwt in 1815 met Hindrik Jans Koops.

21 Harmen Ebbinge, Bareld Ebbinge, Joost en Albert Ebbinge, Jannes Ebbinge

Harmen Ebbinge wordt in het Haardstedenregister van Peize vermeld in 1672 en 1691-1694 met 3 paarden. In 1742 woont weduwe Bareld Ebbinge in een huis dat volgens het register van Nieuwe Huizen gedeeltelijk nieuw gebouwd is als uitbreiding van de oorspronkelijke schuur bij het huis van Jacob Willems in 1646, mogelijk huis 20 waar in 1812 weduwe Gerard Kosters woont. In 1812 wordt nummer 21 overgeslagen en wonen er ook geen Ebbinges meer in de naastliggende huizen, zodat we aannemen dat het huis omstreeks 1810 is afgebroken.

Harmen Ebbinge is mogelijk een jongere zoon van Bareld Ebbinge, van 1650-1665 Ette voor het Noordenveld en Jantje Wichers Schuring en een kleinzoon van Harmen Ebbinge, die Ette voor het Noordenveld is van 1613-1636 en in de Grondschatting 1630 wordt aangeslagen voor twee volle plaatsen, zie bij 24.

Harmen Ebbinge treedt o.a. op als boekhouder van de diaconie en heeft daar ook een lening lopen. Hij overlijdt in 1711.

Zoon Bareld Ebbinge trouwt in 1708 in Peize met Grietien Jannes uit Westerbork (ook afkondiging in Westerbork) en overlijdt in 1738, zie hieronder.

Dochter Jantje Ebbinge trouwt in 1714 met de schoolmeester Bareld Conraads, vermoedelijk een zoon van Conraad Gerrits, zie 73 en 101.

Dochter Roelofje Ebbinge trouwt in 1727 in Groningen met Berend Lohuis, commissaris der trekschuiten buiten de A-poort en laat bij overlijden in 1732 vastgoed na in Peize ter waarde van 1400 gld. De erfgenamen zijn Bareld, Grietje, Jeichje en Jantje Ebbinge, de laatste weduwe van Bareld Conraads.

In 1754 verkoopt Grietje Jans, weduwe van Barelt Ebbinge met haar zoons Doe, Joest en Barelt, mede caverende voor Jannes, Hindrik, Wichger en Albert Ebbinge 2 matten hooiland aan schulte J. Willinge. In 1759 verkopen Jannes, Doe, Hindrik, Joest, Barelt, Albert en Wicher Ebbinge, erfgenamen van hun vader Barelt Ebbinge en Grietje Willems verschillende goederen. De naam Willems is hier blijkbaar fout.

Het huis en hof wordt verkocht aan mede-erfgenaam Joest Ebbinge. Het huis grenst ten oosten aan de weg, ten zuiden aan Jacob Arents en Barelt Tinge, ten noorden aan Berent Gerrits met de vrije doorgang naar het hofje, dat grenst ten oosten aan Berent Gerrits, ten zuiden aan Barelt Tinge, ten westen aan de steeg en ten noorden aan Berent Lutgers met de vrije uitvaart door de steeg voor Jan Engberts huis (nummer 27).

In 1777 schenkt Joost Ebbinge zijn vierde deel van de ouderlijke goederen aan zijn broer Albert Ebbinge.

Van deze zoons wordt eerst Joost, in 1774 met Albert en in 1784 en 1794 alleen Albert Ebbinge vermeld als bewoner van het huis. 

Er is echter nog een zoon Harm Ebbinge, die omstreeks 1740 trouwt met Lammechien Maats en uit welk huwelijk minstens 8 kinderen worden geboren in Westerbork. Een aantal van hen worden in 1799 genoemd bij de verkoping van een stuk hooiland in Peize tesamen met andere kleinkinderen van Bareld Ebbinge en Grietien Jannes.

In 1799 verkopen deze kinderen en kleinkinderen het huis waar Albert Ebbinge gewoond heeft aan Jannes Ebbinge. Het huis grenst ten noorden aan oosten aan de weg, ten zuiden en westen aan Gerard Costers en ten noorden aan Gerrit Berents, het hof grenst ten oosten aan Gerrit Berents en de erven Gerrit Lutgers, ten zuiden aan Gerard Costers, ten westen aan het halve dijkje met de "uitbaand" door de steeg bij Willem Engberts huis (nr. 27) en ten noorden aan Gerrit Lutgers erven.

Zoon Jannes Ebbinge trouwt in 1739 in Groningen met Annegien Hendriks uit Eelde en woont bij overlijden in 1772 buiten de A-poort. Annegien overlijdt in 1778, eveneens wonend buiten de A-poort.

Zoon Hindrik Ebbinge is mogelijk de Hindrik Ebbinge, ruiter in de compagnie van kolonel Buijs, die in 1743 in Groningen trouwt met Jacomina Jansen uit Oterdum. Hun zoon Barelt Hindriks Ebbinge wordt bij de verkoping in 1799 vermeld en woont dan in Weiwerd.

Zoon Wicher Ebbinge is schoolmeester in Kropswolde en trouwt daar in 1752 met Jeigje Egberts Buiter uit Zuidlaren. Hun dochter Grietje trouwt in 1798 in Schildwolde met Willem van Zalen en wordt vermeld bij de verkoping in 1799.

Zoon Doe Ebbinge trouwt in 1758 met Harmtien Eleveld, dochter van Lambert Eleveld en Jesina Gerrits, zie 82. Van hen zijn drie zoons bekend, Bareld, Lammert en Jannes. De oudste zoon Bareld Doedes trouwt in 1786 in Norg met Hendrikje Klasen en in 1791 met Hillechien Willems, dochter van Willem Warmels en Roelofje Jansen en geboren in Peize. Er worden kinderen geboren in Westervelde, die later de naam Barelds aannemen. Bareld en Hillechien wonen later in Bunne.

Zoon Lammert Ebbinge woont in Eelde, waar hij 1786 trouwt met Roelfien Lammerts Pleiter en 1798 met Harmtien Jans Kalkoven. De namen Ebbinge en Pleiter worden soms door elkaar gehaald.

Zoon Jannes Ebbinge trouwt in 1791 met Willemtien Barelds Dekker en wordt bij dit huis vermeld in 1797 als arbeider, 32 jaar, gehuwd met 3 kinderen en in 1807 met 6 inwonende kinderen.

In 1809 verkoopt Willemtien Barelds, weduwe van Jannes Ebbinge het huis nr. 20 met hof aan Gerard Costers voor 365 gld.

Willemtje, weduwe Jan Ebbinge woont in 1813 in huis 80. Zij hertrouwt in 1815 met Hindrik Lammerts.

Het huis wordt in 1813 niet meer vermeld en is daarvoor waarschijnlijk al afgebroken.

22 Gerrit Berends, Berend Gerrits, Gerrit Berends Smit

Weduwe Gerrit Berends woont in 1742 in een sinds 1646 nieuw huis, dat ook haar eigendom is. Zij wordt in het Haardstedenregister van 1742 aangeslagen voor 2 paarden, van 1754 tot 1784 wordt Berend Gerrits vermeld, steeds met 2 paarden, in 1794 en 1804 Gerrit Berends, ook met 2 paarden. Hij wordt in 1797 vermeld als boer, 53 jaar, gehuwd met 2 kinderen, in 1807 met 2 inwonende kinderen, tevens eigenaar. Bij de naamsaanneming 1813 wordt Trientje vermeld, weduwe Gerrit Berends Smit, zij is in 1832 ook eigenares.

Bij de ontvangsten van de armenkas komt Gerrit (Berends) smit verschillende malen voor, o.a. in 1715 wanneer een kind van Gerrit smit wordt begraven. In 1739 betaalt Gerrit Berends Smit nog rente aan de armenkas, in 1742 betaalt zijn weduwe Albertien de 40ste penning wegens de verkoop van een stuk land. Blijkbaar is hij smid geweest, maar hebben zijn nakomelingen dit beroep niet uitgeoefend.

Zoon Berend Gerrits trouwt in 1744 met Roelfje Caspers, vermoedelijk een zuster van Berend Caspers (Holtkamp), zie 115 en Aaltje Kaspers, de laatste getrouwd met Berend van Delden, zie hieronder.

Gerrit Berends Smit, geboren omstreeks 1744, trouwt in 1788 met zijn nicht Trientien Berends van Delden, dochter van Berend van Delden en Aaltje Kaspers.

Zoon Berend Gerrits Smit trouwt in 1814 met Aukje Pieters Zijlstra, geboren in Noordhorn, Groningen.

Zoon Roelof Gerrits Smit overlijdt in 1883 ongehuwd.

23 Roelof Allers, Allert Bartels, Bartelt Allers, Hindrik Arents Schuurman, Roelof Vlieghuis, Antje Popkes, Derk Christiaans, Allert Ebbinge, Barteld Ebbinge

Volgens het Register van Nieuwe Huizen is het huis van Roelef Allers in 1646 in 1742 eigendom van de erfgenamen van Roelef Hindriks met als meier Hindrik Arents, in 1745 worden Nicolaas Krijthe cs. genoemd als eigenaren.

Het Haardstedenregister van 1691-1694 vermeldt Allert Bartels met 4 of 3 paarden. Hij heeft een broer Jan Bartels, die in 1712 overlijdt en voor 1050 gld. aan vaste goederen nalaat aan Bartelt Allers. Ook Roelof Hendriks en Jacob Willems van Roden erven namens hun echtgenotes voor 900 gld. aan vast goed van hun oom Jan Bartels. Roelof Hendriks is getrouwd met Gesien Alders, over wiens kinderen in 1721 Jacob Willems hoofd- en Bartelt Allers medemomber is. Jacob Willems is getrouwd met Deeltien Allers. In 1733 geeft Jacob Willems de erfenis aan van zijn vrouw Deeltien Allers, waarvan hij de lijftucht heeft, uitgezonderd wat zij eerder erfde van Bartelt Allers. Gesien, Deeltien en Bartelt Allers zijn blijkbaar kinderen van Allert Bartels.

Bartelt Allers trouwt in 1708 met Hendrikje Gerrits, dochter van Gerrit Roelofs en Jeichien Ebbinge, zie bij 1. Hij overlijdt in 1733. De erfenis wordt aangegeven door Jacob Willems en Ebbe Gerrebrands te Roden, die 1400 gld. erven. De weduwe Hendrikje Gerrits behoudt de lijftucht en betaalt de 40ste penning. In 1739 overlijdt Hendrikje en erven R. Lunsche en consorten te Peize 1200 gld. van de weduwe Bartelt Allers. Ebbe Garbrands is getrouwd met Aaltien Roelofs, dochter van Roelof Hindriks en Gesien Allers.

In 1742 is bij het huis, dat dan eigendom is van de erfgenamen van Roelof Hindriks, een kamer die eigendom is van de erfgenamen van de weduwe Bartelt Allers. Pas in 1787 zullen deze erfgenamen definitief afstand doen van hun aandeel in dit huis, zie hieronder.

De Hindrik Arents die in 1742 als meier wordt vermeld, woont in 1754 mogelijk in huis 29. Hij is vermoedelijk Hindrik Arents, gehuwd in 1717 met Jantien Jans en in 1747 met Jantien Talens. Hij wordt soms ook Schuirman genoemd en is vermoedelijk de vader van Jan en Berend Hindriks Schuurman, zie 42 en 62 en van Hindrikje Hindriks Schuring, getrouwd met Jan Koops, zie 61 en van Annechien Hindriks die in 1774 in Roden trouwt met Geert Goosssens en daar overlijdt in 1820. Bij de beide laatsten worden als ouders vermeld Hindrik Arends en Jantien Jans.

In 1754 wordt Roelof Vlieghuis vermeld, aangeslagen voor 2 paarden, in 1764 en 1774 Antje Popkes, weduwe van Jan Ottens, met nering en aangeslagen voor 4 paarden, in 1784 Derk Christiaans met 2 paarden.

Roelof Vlieghuis is in 1705 getrouwd met Jantien Bavinge, zie 150. Hij hertrouwt met Nenke Fridsgers, weduwe van Berend Klasen. Dochter Wemeltien Vlieghuis uit het tweede huwelijk draagt in 1757 enkele landerijen over die zij in 1756 met haar inmiddels overleden moeder had verkocht. Roelof Vlieghuis is daarvoor al overleden.

Antje Popkes is een dochter van Popco Jepes, zie verder bij 19.

Derk Christiaans is in 1744 geboren in Donderen als zoon van Christiaan Jans en Grietje Jans. Hij trouwt in 1774 in Norg met Efien Pieters, dochter van Pieter Assies en IJdegien Willems. In 1797 woont hij bij Bartelt Ebbinge, zie 81. Na zijn overlijden in 1802 worden roerende goederen, bestaande o.a. uit vee en gewas, verkocht voor een bedrag van ruim 1500 gld. Alleen dochter IJdechien Derks (Boerma) is dan nog in leven. Zij trouwt in 1808 in Norg met Boele Harms Smeenge.

In 1787 kopen Allert Ebbinge en echtgenote Aaltien Luinge een boerenerf te Peize van N. Krijthe te Roden cs. voor 4000 gld. De verkopers zijn Roelef Krijthe, Nicolaas Krijthe, Pieter Oosterhof en Roelef Krijthe als hoofd- en medemomber over de nagelaten kinderen van Klaas Krijthe (en Annechien Willems) en verder Eite Jacobs (Hagedoorn) namens zijn vrouw Annigje Willems. Het huis werd laatst gehuurd door Derk Cristiaans.

Nicolaas Krijthe is getrouwd met Annechien Roelofs en Klaas Krijthe is hun zoon. Roelof Krijthe is mogelijk Roelof Krijthe, getrouwd met Geesje Ebbes, dochter van Ebbe Garbrants en Aaltien Roelofs. Annechien en Aaltien zijn kinderen van Roelof Hindriks en Gesien Alders, zie hierboven.

Allert Ebbinge wordt vermeld in het Haardstedenregister in 1794 met 2 paarden. Hij woonde daarvoor in huis 69, zie aldaar.

In 1797 wordt alleen vermeld Fritger Jans, arbeider, 55 jaar, gehuwd. Dit is mogelijk Fridsiger Jans, zoon van Jan Luichies Kregel en Marchien Fridsigers en getrouwd met Trientien Jenes, geboren in Veenhuizen als dochter van Jene Jans Westerhof en Dieke Bates. Hun kinderen gebruiken later de naam Tuinman.

In 1804 wordt Hindrik Meijer, timmerman, vermeld, eveneens in 1807 met als eigenaar nog steeds Allert Ebbinge, tevens eigenaar en bewoner van huis 69, waar hij vanaf 1797 weer woont, evenals daarvoor in 1784 met broer Jan Ebbinge, die in 1832 eigenaar is van o.a. dit huis, vermeld als Jan Ebbinge senior.

In 1813 woont Barteld Ebbinge in het huis, zoon van Allert Ebbinge en Aaltien Luinge en getrouwd met Trientien Ebbinge, dochter van Steven Ebbinge en Ameltien Lunsche, zie 89 en 101.

24 Ette Harmen Ebbinge, Bareld Ebbinge, Wicher Ebbinge, Frerik Ebbinge, Jan Ebbinge, Frederikus Ebbinge, Arnoldus Alberts (Birze), Roelof Gelmers

Harmen Ebbinge wordt bij de Grondschatting 1630 met zijn kinderen aangeslagen voor twee volle plaatsen en is daarmee een van de grootste boeren van Peize. Volgens de Impost op het Gemaal 1630 zijn er 9 inwonende personen. Hij is Ette voor het Noordenveld van 1613-1636 en ook zijn nakomelingen treden veelvuldig op als Ette.

Hoewel er dus meer kinderen zijn, is alleen zeker dat Bareld Ebbinge een zoon is, omdat die in 1642-1654 wordt vermeld met zijn kinderen. Het Haardstedenregister van 1672 vermeldt Wicher Ebbinge met 3 paarden.

Bareld Ebbinge is Ette voor het Noordenveld van 1650-1665 en volgens de Genenealogie Snetlage in Ned. Patriciaat 63 getrouwd met Jansje Wichers Schuring. Hun dochter Trijntien Ebbinge is getrouwd met Johannes Snetlage, predikant in Roden in 1639 en in Peize in 1647. Verder is alleen de zoon Wicher Ebbinge die in het Haardstedenregister van 1672 wordt vermeld vrij zeker. Ook Barelt Ebbinge, getrouwd met een dochter van Otto Spolts, zie 124, is vermoedelijk een zoon, zie bij 108. Dochter Marchien Ebbinge trouwt in 1666 in Groningen met Barelt Schuiringe van Groningen, waarbij haar broer Barelt Ebbinge voor haar optreedt. Deze Barelt Schuiringe woont later in Peize en is in verschillende rechtszaken verwikkeld geweest, zie 89. Een jongere zoon is mogelijk Harmen Ebbinge, zie 21. 

De Etten Steven Ebbinge 1667-1669 en Frerik Ebbinge 1669-1674 zijn waarschijnlijk niet direct verwant, althans zijn zij geen nakomelingen van de Ette Harmen Ebbinge. De Ette Frerik Ebbinge heeft het Etteschap vermoedelijk overgenomen van zijn zwager Roelof Wolters te Bunne.

Wicher Ebbinge is getrouwd met Roelfien Willems, begraven in 1700. Zoon Frerik Ebbinge betaalt voor het doodslaken over zijn moeder Roelfien Willems.

Frerik Ebbinge is getrouwd met Gesien Hiddinge waarvoor hij in 1724 betaalt voor het laken. Hij wordt in het Haardstedenregister van 1691-1695 vermeld met 4 paarden.

Kinderen:
- Jan Ebbinge, zie hieronder.
- Wicher Ebbinge overlijdt ongehuwd in 1774. In 1764 schenkt hij 1/4 van "de plaatse tot Peijse so tans door de comparant neffens sijn Edels zusteren wordt bewoondt en gebruikt" aan de Ette F. Ebbinge. Dit doet vermoeden dat er nog een tweede zuster is, waarvan de naam echter niet bekend is.
- Albertien Ebbinge overlijdt in 1769 ongehuwd.

Jan Ebbinge, die Ette is van 1725-1752 trouwt in 1730 in Peize met Hermanna Tabingh uit Assen, dochter van Lammert Tabingh en Jannetje Wijntjes. Jan en Hermanna worden begraven in de kerk van Peize, respectievelijk in 1760 en in 1789.

Ette J. Ebbinge wordt in 1742 en 1754 vermeld in het Haardstedenregister, aangeslagen voor 4 paarden en het ambt, in  1764 zijn weduwe en zoon Ette F. Ebbinge. In 1774 en 1784 wordt Ette F. Ebbinge aangeslagen voor 2 paarden en het ambt. In 1794 wordt het huis bewoond door Arnoldus Alberts (Birze), die in 1797 in huis 104 woont, zie aldaar.

Kinderen van Jan Ebbinge en Hermanna Tabingh:
- Johanna Ebbinge trouwt in 1753 in Groningen met Wilhelmus Snetlage, predikant in Odoorn en vanaf 1761 in Zwijndrecht.
- Lamberdina Ebbinge trouwt in 1758 in Peize (afkondiging in Groningen) met Cornelius Lubbers, bierbrouwer in Groningen en geboren in Beerta als zoon van de predikant Johannes Lubbers en Bouwina Kornelis Kimminga.
- Lambertus Ebbinge trouwt in 1774 in Wilsum bij Elburg met Stijntje Top en is later predikant in IJhorst. Bij overlijden in 1837 in Meppel is Lambertus 90 jaar, Stijntje overlijdt in 1845 op 93-jarige leeftijd.
- Frederikus Ebbinge, zie hieronder.

Frederikus Ebbinge is Ette van 1756-1788 en trouwt in 1761 met Margaretha Lubbers, zuster van zijn zwager Cornelius Lubbers.

Kinderen:
- Jan Ebbinge blijft ongetrouwd en wordt in 1807 vermeld als rentenier, samen met Roelof Gelmers, zie hieronder.
- Hermanna Ebbinge trouwt in 1789 met Reinder Luinge, zoon van Roelof Luinge Noord en Hillina Ebbinge.
- Bouwina Ebbinge trouwt in 1796 met Roelof Gelmers, zoon van de Ette Bareld Gelmers en Jeichien Lunsche. Roelof Gelmers wordt vermeld als bewoner vanaf 1797 en als bovendien als eigenaar in 1807, in 1832 zijn erfgenamen. In 1825 woont Roelof Gelmers, inmiddels weduwnaar, met zijn kinderen in het huis. Zwager Jan Ebbinge woont in 1813 in huis 8 en in 1825 in huis 82.

25 Keuterij, Willem Arends, Arend Kosters, Jan Jans, Hindrik Jans van der Heide, Jan Geerts Jonkman

Willem Arens wordt vermeld in het Haardstedenregister van 1691 en 1693 als keuter na Frerik Ebbinge. In 1692 wordt een kind van Willem Arents begraven. In 1705 wordt Willem Arents Roelejen begraven, mogelijk zijn echtgenote. In 1711 betaalt Willem Arents voor het laken over zijn moeder.

In 1733 worden Arent Willems en zijn vrouw begraven. In 1735 betalen Willem Arens en Anna Arens uit mijnpenningen voor de lakens over hun vader en moeder. In 1739 overlijdt Willem Arents. Het bij hem gevonden geld wordt gestort in de armenkas. Blijkbaar werd hij ondersteund door de diaconie. De mijnpenningen van zijn bezittingen brengen nog ruim 10 gld. op.

In 1742 is Arend Kosters meier van de ette J. Ebbinge, zie 24. Het huis is gelegen aan de oprijlaan naar huis 24. Arend Kosters wordt in het Haardstedenregister van 1742-1774 vermeld als snijder of kleermaker. In 1783 koopt hij huis 20 en gaat daar wonen, zie aldaar.

Jan Jans wordt vermeld in het Haardstedenregister van 1784.

In 1794 wordt Hindrik Jans vermeld, in 1797 is hij 45 jaar, gehuwd met 3 kinderen. Hij wordt ook in 1804 vermeld als bewoner. Dit is mogelijk Hindrik Jans van der Heide, geboren in 1756 als zoon van Jan Hindriks en Jantien Alberts, zie 42. Hij trouwt omstreeks 1790 met Geertien Klasens, dochter van Klaas Alberts en Margien Jans, zie 28 en een zuster van Jantje Klaasens, die hier in 1813 en mogelijk al in 1807 woont. Hindrik Jans Heide woont in 1813 in huis 40.

Dochter Jantien Hindriks van der Heide trouwt in 1818 in Norg met Luchien Berends Kampstra en woont later in Roden. De naam Kampstra wordt ook wel geschreven als Kamstra. Zoon Hendrik laat deze in 1854 weer wijzigen in Kampstra, maar bij kleinzoon Geert, geboren in 1886 in Haren, wordt de naam toch weer Kamstra.

Dochter Marchien Hindriks van der Heide trouwt in 1817 in Roden met Roelof Jans Brink, weduwnaar van Aukje Feijes Cazemier.

Zoon Jan Hindriks van der Heide trouwt in 1830 in Eelde met Marchien Eitens Kuiper en in 1834 eveneens in Eelde met Martje Haan, geboren in Leek.

In 1807 wordt Jan Geerts vermeld met als eigenaar Reinder Luinge, getrouwd met Hermanna Ebbinge, zie 24. Hij wordt in 1813 vermeld als Jan Geerts Jonkman, met in hetzelfde huis wonend (stiefmoeder) Jantje (Klaasens), weduwe Geert Jans Jonkman.

Geert Jans Jonkman of Jongman woont in 1784 en 1794 in huis 122 met ondersteuning van de diaconie van Eelde. Hij is geboren in Eelde in 1744 als zoon van Jan Geerts Jongman en Rolina Jannsen en trouwt in 1775 in Peize (afkondiging in Roden) met Grietien Jans Timmer, dochter van Jan Timmer en Marchien Geerts en hertrouwt in 1788 met Jantien Klaasens, dochter van Klaas Alberts en Margien Jans, zie 28 en 31.

Zoon Jan Geerts Jonkman uit het eerste huwelijk trouwt omstreeks 1810 met Jantien Geerts Noorda, geboren in Donderen als dochter van Geert Harms en Aaltien Hindriks.

In 1832 is het huis eigendom van Aldert Zuideveld, getrouwd met Hillina Luinge, dochter van Reinder Luinge en Hermanna Ebbinge.

26 Berend Lutgers, Gerrit Lutgers, Hindrik Lutgers

Berend Lutgers of Lutchers wordt in het Haardstedenregister van 1742 vermeld als smid en is dan eigenaar van een sinds 1646 nieuw huis. Hij wordt ook vermeld als smid in 1754 en 1764.

Berend Lutgers trouwt in 1719 met Cornellesien Jansen. Een dochter is Roeloffien Lutgers, die in 1746 wordt aangenomen als lidmaat in Haren, komend van Peize. Zij overlijdt in 1751 en wordt in Peize begraven. Berend Lutgers betaalt dan voor het beste laken over zijn dochter. 

Zoon Gerrit Lutgers wordt eveneens als smid vermeld in het Haardstedenregister van 1774 en 1784, in 1794 zijn weduwe.

Gerrit Lutgers trouwt in 1766 in Peize met Lammechien Hindriks (afkondiging in Roden).

In 1795 worden in Peize mombers aangesteld omdat Lammegien Hindriks, weduwe van Gerrit Lutgers onlangs is overleden, nalatende 5 kinderen, Kornelisjen, geb. 6-5-1767, Hindrik, geb. 8-9-1769, Aleida, geboren 19-3-1772, Grietien, geb. 28-11-1774 en Roelofjen, geb. 23-4-1777. De mombers zijn Barelt Barelts (Bakker, zie 19), Gerrit Berents (Smid, zie 22), Hindrik Hindriks en Hindrik Gerrits, allen te Peize. Hindrik Gerrits ondertekent als Henderk Lutgers en is dus de meerderjarige zoon. Bij de inventaris is o.a. het huis en hof met de smitterie en noodstal, een paard, 3 koeien en smidgereedschap. Bij de schulden is een obligatie van 100 gld. ten laste van Jacob en Geertien Reinders (Suurd) en een obligatie ten laste van Gerrit en Trijntien Berents (Smid).

Hindrik en Cornelisjen Lutgers verklaren dat zij van de mombers over hun onmondige zusters de tilbaren, boerengereedschap en levende have hebben aangekocht voor 480 gld.

Hindrik Hindriks is vermoedelijk Hindrik Hindriks Bouwkamp, getrouwd met Trijntje Berends, dochter van Berend Kaspers en Grietien Harms. De medemomber Gerrit Berends (Smit) is getrouwd met Trijntje Berends, dochter van Berend van Delden en Aaltien Kaspers.

De eerstgenoemde mombers kunnen ook zijn aangewezen als buren.

Hindrik Lutgers wordt in 1797 vermeld als boer, 29 jaar, met Cornelsje Lutgers, 32 jaar met een kind. De laatste is Johannes Lucas Lutgers, geboren in 1791. Hij trouwt in 1822 in Haren met Hillechien Been, eveneens een kind van een ongehuwde moeder, namelijk Harmtje Roelofs Been.

Cornelisien Lutgers trouwt in 1799 met Harm Egberts, mogelijk afkomstig uit Vledder. Hij is in 1797 knecht bij oud-dominee B.T. Willinge, zie 64. Zij wonen daarna in huis 57. Harm Egberts overlijdt in 1803, daags na de geboorte van zijn derde dochter Harmanna. Cornelisien Lutgerts hertrouwt in 1810 met Albert Arnoldus Birze, die in 1794 met zijn ouders woonde in huis 24.

Aleida Gerrits Lutgers trouwt in 1800 (afkondiging in Nuis) met Lubbe Pieters Oosterhof, in 1801, wanneer haar zuster Roelfien overlijdt, wonend in Niebert. Dochter Froukje, geboren in Nuis, trouwt in 1819 in Marum met Albert Hendriks Hummel. Aleida hertrouwt in 1812 in Marum met Harm Hendriks Onnekes.

Hindrik Gerrits Lutgers wordt ook vermeld in 1804, 1813 en 1825 en in 1832 als eigenaar. Hij overlijdt in 1845 ongehuwd. In 1807 was hij ook eigenaar, maar wordt Jakob Barelds vermeld als bewoner. Dit is Jacob Barelds Koops, zoon van Bareld Koops en Roelofje Jacobs, in 1805 getrouwd met Tjiske Jans uit Oosterwolde.

27 Jan Engberts, Jan en Willem Engberts, Jan Harms Kruims

In het Haardstedenregister van 1691-1694 wordt op deze plaats al een Jan Engberts vermeld. Het betreft een sinds 1646 nieuw gebouwd huis.

Deze Jan Engberts is getrouwd met Jantien Engberts, zij overlijden respectievelijk in 1702 en 1720. Van dit echtpaar is één zoon bekend, die ook Jan Engberts wordt genoemd.

In 1742 wordt Jan Engberts vermeld als eigenaar/bewoner, in 1745 zijn weduwe. Jan Engberts wordt in het Haardstedenregister van 1742-1794 vermeld als stelmaker. Het betreft hier blijkbaar verschillende generaties. 

Jan Engberts trouwt in 1712 met Lammechien Barelds.

Van dit echtpaar zijn behalve weer een zoon Jan vier dochters bekend, die allen een dochter Lammechien hebben.

Dochter Jantien Jans trouwt in 1739 in Peize met Reinder Jans (Venekamp), zoon van Jan Tonnis, zie 44 en schoolmeester van Roderwolde. Bij zijn hertrouwen in 1754 is Hendrik Geerts van Roden hoofdmomber en is Jan Engberts medemomber. Hendrik Geerts is mogelijk ook getrouwd met een dochter, Hinderkien Jans.

Dochter Aaltien Jans trouwt in 1745 met Jurrien Berends, zie 135.

Dochter Annegien Jans trouwt in 1757 in Vries met Jan Arents Wolters van IJde. In 1767 hertrouwt Annegien Jans met Hendrik Jans Struik van Tynaarlo. Als medemombers treden op Jan Engberts en Jurjen Berents van Peize.

Zoon Jan Engberts trouwt omstreeks 1740 met Lammegien Jans.

Van dit echtpaar trouwt dochter Lammechien Jans in 1761 met Hindrik Arends Kosters, zie 55. De zoons Jan en Willem blijven wonen in dit huis.

In 1797 wordt Jan Engberts vermeld, 51 jaar, gehuwd met 5 kinderen en Willem Engberts 46 jaar, ongehuwd, beiden stelmakers.

In 1804 wordt Willem Engberts vermeld, in 1807 als wagenmaker en weduwnaar, met een kind en een werkbode. Hij wordt ook vermeld als bewoner in 1813.

Jan Engberts trouwt in 1772 met Anna Alberts, dochter van Albert Hindriks en Annegien Alders, zie 5. 

In 1796 worden verschillende landerijen van Jan Engberts verkocht op last van de crediteuren. Opmerkelijk is dat broer Willem Engberts hier niet bij betrokken is. Hij is later alleen eigenaar van het huis. Jan Engberts hertrouwt in hetzelfde jaar met Zina Jans (Horst), dochter van Jan Lamberts en Aaltien Hindriks, zie 4. Er worden mombers aangesteld over de kinderen Annigje 18, Jan 16 en Albert 11 jaar. Hoofdmomber is Hindrik Alberts, medemombers zijn Roelf Eitens (getrouwd met Grietje Alberts), Hindrik Arents Costers en Willem Engberts. Alle vastigheden zijn reeds verkocht. 

Dochter Annechien Jans trouwt in 1799 met Lucas Jans Brink uit Onnen. Zoon Jan Engberts trouwt in 1807 in Rolde met Anna Christina van Groenenberg uit Groningen en woont in 1812 in Eelde, maar later weer in Peize. Zoon Albert Engberts trouwt in 1811 met Aaltien Tietema, dochter van de koopman Johannes Tietema, zie 77.

Jan Engberts woont ook in 1797 nog in het huis, met broer Willem Engberts.

In 1809 worden mombers aangesteld over de kinderen van Jan Engberts en Sijntien Jans, omdat beiden zijn overleden. Hoofdmomber wordt Hindrik Jans van de Horst, oom van de pupillen van moederszijde.  Medemombers zijn Willem Engberts, volle oom, Lukas Brink als aangetrouwde halfbroeder, beiden van vaderszijde en Lukas Jans van Eelde, volle oom van moederszijde. 

Willem Engberts trouwt in 1803 met Gebbegien Aukes, dochter van Auke Bates en Trijntje Abrahams, afkomstig uit Oldeboorn, Friesland, zie bij 147. In 1815 hertrouwt hij met Hasseltien Jans Lefferts, geboren in Donderen en een zuster van Leffert Jans Lefferts, zie 39.

In 1817 verkoopt Willem Engberts, wagenmaker voor zichzelf en als voogd over zijn minderjarige dochter Lammegien Willems bij wijlen zijn eerste huisvrouw Gebbegien Aukes en met Coop Jans (getrouwd met Grietje Aukes) als toeziend voogd het huis nr. 27 aan Jan Harms Kruims. Deze woont in 1825 in het huis en is in 1832 eigenaar.

27a Roelof Jacobs Dekker

Roelof Jacobs Dekker woont in 1825 in een blijkbaar na 1813 gebouwd huis, dat in 1832 het kadastrale nummer E 622 heeft en eigendom is van zijn zwager Bernardus Tietema, die bij dit huis wordt vermeld als landbouwer. Hij is in 1825/1832  bewoner/eigenaar van huis 67 en wordt daar vermeld als winkelier. Mogelijk heeft Bernardus Tietema eerst in huis 27a gewoond.

Roelof Jacobs Dekker is een zoon van Jacob Barelds Dekker en Egbertien Roelofs, zie 88 en een kleinzoon van Bareld Derks Dekker die eerder woonde in huis 19. Hij trouwt in 1818 met Johanna Tietema, dochter van Johannes Bernardus Tietema en Hendrikje Stoffers, zie 77.

28 Albert Clasen, Klaas Alberts, Jan Luigies Kregel, Steven Thijs Brink, Jan Klazens, Jasper Boerema, Arend Koops, Jacob Hendriks Koekoek, Koop Barelds Koops

Volgens het Register van Nieuwe Huizen 1742 is het huis dat in 1646 eigendom was van J. Willinge met als meier Warmelt Staal, in 1742 eigendom van Hr. Ketel en Willinge met als meiers Reinder Jansen en Geert Jansen wonend in de schuur. In 1745 zijn dit weduwe Albert Klasens en Geert Jansen, meiers van mevr. Ketel en Ette Willinge.

In het Haardstedenregister van 1742 wordt Albert Clasen vermeld met 2 paarden en Geert Jansen als keuter. Zoals blijkt bij de verkoop van het huis in 1797, bestaat het huis ook daarna uit twee afzonderlijke woningen.

In 1754 en 1764 worden Claas Alberts en Jan Luigijs vermeld, echter voor Otto Jansen, die in 1742 het eerst wordt vermeld en vermoedelijk in huis 18 woont. Jan Luigijs heeft in 1754 2 paarden, in 1764 is hij keuter en in 1774 en 1784 wordt hij vermeld zonder aanslag.

Albert Clasen trouwt in 1724 met Jantien Jans. Dochter Hinderkien wordt in 1733 gedoopt in Roderwolde wegens de afwezigheid van een predikant in Peize.

Zoon Klaas Alberts trouwt in 1748 met Margien Jans. Hij wordt in 1774 en 1784 vermeld in het noorden van Peize zonder aanslag, zie huis 131. In 1794 woont hij in huis 31, onder de diaconie, waar hij ook woont in 1797 als bezembinder, 72 jaar en inwonend (schoonzoon) Hindrik Wiefering.

Dochter Jantien Klaasens trouwt in 1788 met Geert Jans Jonkman, zie 121 en 25. Zoon Jan Klazens woont in 1794 weer in dit huis, zie hieronder. Dochter Geertien Klasens trouwt in 1789 met Hindrik Jans van der Heide, zie 42 en 25.

Dochter Hinderkien Klazens trouwt in 1797 met Hindrik Wiefering, geboren omstreeks 1764 in Veldhuizen, Graafschap Bentheim, Duitsland, zie 56a. Hij hertrouwt in 1803 met Engelina Jans Lefferts, weduwe van Jan Thunnis Venekamp en zuster van Leffert Jans Lefferts, zie 40, met wie hij omstreeks 1805 ruilt van woning.

Jan Luigijs, die van 1754 tot 1784 wordt vermeld bij het andere huis, is waarschijnlijk Jan Luigies Kregel, getrouwd omstreeks 1738 met Margien Fridsigers. In 1742 komt hij niet voor in het Haardstedenregister. Mogelijk woont hij dan met zijn moeder? weduwe Luigijn Jansen in huis 133, zonder aanslag. In 1794 woont Jan Luigies in huis 74 (diaconiehuis). De naam Kregel wordt voor het eerst vermeld in 1765, wanneer de diaconie van Peize een deel van de hopopbrengst krijgt die door of bij Jan Lugijs Kregel is verbouwd (diaconieboek Peize, inkomsten voor de armen).

Zoon Geert Jans Kregel trouwt in 1770 met Margien Koops Snijder, dochter van Koop Jans en Zwaantien Jans, zie 108 en 39.

Zoon Fridsiger Jans Tuinman trouwt in 1768 in Vries met Trientien Jenes (Westerhof), geboren in Veenhuizen, dochter van Jene Jans Westerhof en Dieke Bates, zie 86.

Zoon Luichien Jans Kregel trouwt in 1778 met Trientien Roelofs uit Paterswolde, dochter van Roelof Philippus en Aaltje Jacobs. Hij woont in 1784 vermoedelijk in huis 123 en daarna in huis 74, in 1797 is hij 51 jaar, gehuwd met 6 kinderen. Hij woont daar ook in 1794 en 1807.

Zoon Hendrik Jans Kregel trouwt in 1793 met Lijsbeth Jans, mogelijk in 1756 in Midwolde (Leek) gedoopt als dochter van Jan Jans en Frouwtje Jans. Hij woont in 1794 en 1797 in huis 44.

Dochter Hinderkien Jans Kregel overlijdt in 1835 ongehuwd.

Steven Ties wordt in 1774 vermeld als keuter na Jan Luigies en woont dan waarschijnlijk ook in een van de twee woningen. Het kan zijn dat Jan Luigies, die eerder werd vermeld na Klaas Alberts, in het andere huis is gaan wonen, maar het is ook mogelijk dat Jan Luigies als oudste bewoner het eerst wordt vermeld. Steven Ties wordt ook in 1784 vermeld zonder aanslag. Steven Thijs Brink is geboren in Steenbergen. Hij woont vanaf 1794 in huis 96*, zie aldaar.

In 1794 wonen hier vermoedelijk Jan Claasen en Barelt Claasen, ieder als aangeslagen als keuter.

Barelt Claasen woont in 1784 in huis 37, zie aldaar en in 1797 en 1804 in huis 122. In 1797 is hij 59 jaar. Hij is in 1776 getrouwd met Margien Engberts, weduwe van Jan Hindriks Schuurman.

In 1797 verkopen schulte P. Ketel, oud schulte L. Wolthers van Vries en Jan Davids van Vries als volmacht van juffer J. Wolthers twee keuterijen in het Zuideinde van Peize met 6 staakhopen hoppeland aan Jasper Buirma voor 703 gld. De keuterijen worden bewoond door Jasper Buirma en Jan Clasen en omvatten vermoedelijk twee woningen onder een dak.

In 1797 worden vermeld Jan Claasens, 42 jaar, arbeider, gehuwd en Jasper Buirma, 42 jaar, arbeider, gehuwd met een kind.

Johanna Wolthers is de weduwe van majoor Lucas Willinge, zie 65. Lambert Wolthers is een zoon van Harm Jan Wolthers en Anna Christina Ketel, zuster van Pierre Ketel, samen kinderen van Lucas Ketel en Gesina Anna Willinge, zie 87.

Jan Klazens is een kleinzoon van Albert Clasen, die hier woonde in 1742, zie hiervoor. Hij is in 1758 geboren als zoon van Klaas Alberts en Margien Jans, zie 131 en 31. In 1784 wordt Jantien Jans geboren, onechte dochter van Hillegien Reinders de Ruiter, waarvan hij verklaart de vader te zijn. er wordt echter geen huwelijk gesloten. Deze Jantien Jans trouwt in 1814 in Anloo met Harm Jacobs Stel. In 1790 wordt bij een andere Jantien Jans een dochter geboren, die ook Jantien Jans wordt genoemd, vermoedelijk naar haar moeder, die in het kraambed overlijdt. De dochter Jantien overlijdt waarschijnlijk ook jong.

In 1804 blijkt Jan Klazens ondertussen toch te zijn getrouwd met Hillechien Reinders de Ruiter, dochter van Reinder Lucas en Anna Gerrits, zie 155. De dan geboren zoon Klaas Jans Klaasens trouwt in 1835 in Eelde met Klazina Geerts Jongman, dochter van Geert Jans Jonkman en Jantien Klaasens, zuster van Jan Klazens. Klazina was eerder getrouwd met Jan Jans Arends in Paterswolde. Ook Klaas Jans Klaasens, waarvan de familienaam ook in de Burgerlijke Stand nog verschillend wordt geschreven, gaat in Paterswolde wonen.

Jan Klazens hertrouwt in 1811 met Jantien Hermannus Pothof, geboren in Groningen als dochter van Hermannus Pothof en Grietien Derks en weduwe van Jacob Everts, zie 145. Jan Klazens woont in 1813 op nummer 31 als Jan Klasinge.

In 1804 worden Arend Coobs en Jasper Buirma vermeld, in 1807 Arend Koops met 4 kinderen en Jasper Buirma met 3 kinderen. Zij zijn ieder eigenaar van het huis waarin ze wonen.

Jasper Buirma of Boer(e)ma is een zoon van Jasper Buirema en zijn tweede echtgenote Geesien Heins, zie 8. Hij trouwt in 1797 in Hoogkerk met Jantien Jans Eilders, dochter van Jan Eilders en Jacobje Hindriks Hulzebosch. Jasper Boerema overlijdt in 1807. Zijn gezin wordt in 1813 niet vermeld.

In 1808 verkoopt Jantien Jans, weduwe van Jasper Buirma haar behuizing nr. 28 aan Arend Jans Koops. Het huis grenst ten oosten aan de aankoper, ten zuiden aan Otte Kornelis, ten westen aan mevrouw Willinge en ten noorden aan de weg. Mogelijk is het huis toen afgebroken of zijn de twee huizen samengevoegd, want daarna lijkt er slechts sprake te zijn van één woning.

Arend Jans Koops is een zoon van Jan Koops en Hinderkien Hindriks Schuring, zie 61. Hij trouwt in 1798 met Aaltien Geerts Huizinga, geboren in Roden. In 1813 wonen zij in huis 5 op de Voorste Horst, in 1815 wordt een kind geboren in Eelde, Oosterbroek. In 1825 woont Arend Jans Koops in een nieuw huis 7a, gelegen op de zuidwestelijke hoek van de Achteromweg en De Pol, waarvan hij in 1832 ook eigenaar is.

In 1809 verkoopt Arend Koops zijn huis nr. 27 (de huizen hebben dan de nummers 27 en 28) aan Jakob Hindriks te Peize. Het huis grenst ten oosten aan Harm Hindriks, ten zuiden aan Otte Kornelis, ten westen aan mevrouw Willinge en ten noorden aan de weg [p. 208].

In 1813 woont Jacob Hendriks Koekoek in huis 28. Hij is geboren in 1763 in Zuidwolde, Groningen als zoon van Hindrik Meinderts en Reenje Jacobs. Hij trouwt in 1802 in Hoogkerk met Zwaantje Fransen Diertens, geboren in 1775 in Roden als dochter van Frans Diertens en Roelfien Hendriks. Jacob overlijdt in 1821, Zwaantje woont in 1825 in huis 43a en in 1851 in huis 53a. Zij overlijdt in 1855 in Eelde, mogelijk wonend bij haar dochter.

In 1806 wordt dochter Roelfje geboren in Hoogkerk. Zij trouwt in 1828 in Eelde met Arend Hartlief. Zoon Jan Jacobs Koekoek trouwt in 1841 in Vries met Lammigje Harms Speelman uit Zuidlaren. Dochter Reinje Jacobs Koekoek trouwt in 1841 in Roden met Jan Gerrits Burgers.

In 1825 is Koop Barelds Koops, neef van Arend Jans Koops bewoner en in 1832 ook eigenaar. Er lijkt dan geen tweede eigenaar/bewoner te zijn.

Koop Barelds Koops is een zoon van Bareld Koops en Roelofje Jacobs, zie 108. Hij trouwt in 1805 met Annegien Abels Oetzes, geboren in Roderwolde als dochter van Abel Oetzes (Belga) en Hinderkien Jans en woont in 1813 in huis 151.

29 Hindrik Arents, Arend Barelds Slagter

In 1742 lijkt niemand in aanmerking te komen als bewoner van huis 29 of 30. Deze huizen vormen samen een dubbele woning die in 1807 in het bezit is van de weduwe J. Willinge, zie 96. Mogelijk is het huis gebouwd na 1745.

Het Haardstedenregister van 1754 vermeldt Hindrik Arents met 2 paarden, mogelijk de Hindrik Arents (Schuurman) die daarvoor woonde in huis 23, zie aldaar.

Van 1764 tot 1794 wordt Arend Barelds vermeld als keuter. In 1797 is hij 60 jaar, slachter, gehuwd met 6 kinderen. In 1804 wordt zijn weduwe vermeld, eveneens in 1807 als arbeidster met een inwonend kind. Eigenares van het huis is dan weduwe J. Willinge, zie 96.

In 1813 wonen in het huis Grietje Engberts, weduwe van Arend Barelds Slagter en zoon Bareld Arends Slagter. In 1825 woont zoon Jan Arends Slagter in het huis. Hij is in 1832 ook eigenaar.

Arend Barelds Slagter is een zoon van Bareld Jansen Tinge en Annegien Arends, zie 20. Ook zijn vader had reeds het beroep van slachter. Hij trouwt in 1764 met Grietien Engberts, dochter van Engbert Willems (Arkies) en Willemtien Jans, zie 100 en 60.

Dochter Willemtien Arends Slagter trouwt in 1795 met haar neef Bareld Hindriks van Peize, weduwnaar van Annechien Stevens, zie 12.

Zoon Bareld Arends Slagter trouwt in 1800 in Vries met Harmtien Geerts, dochter van Geert Hendriks Kuipers en Jantien Lucas. Hij hertrouwt in 1812 met Geertien Jans Alving, geboren in Assen als dochter van Jan Gerrits Alfing en Fennegien Jacobs, die bij de geboorte van hun jongste dochter in Peize wonen, zie ook bij 79. Geertien Jans Alving heeft al een zoon met doopnaam Roelof Hendriks, geboren in 1798 in Peize. In 1825 woont het gezin in huis 32.

Zoon Engbert Arends Slagter trouwt in 1818 met Aaltien Sierts Bonsema, geboren in Leegkerk bij Hoogkerk.

Dochter Jeichien Arends Slagter trouwt in 1806 in Sebaldeburen met Halbe Duurts Schripsema, geboren in Lutjegast. Hij was eerder getrouwd met Jantje Jannes Helmholt. Zij hertrouwt in 1814 met Jene Jans van der Wijk, geboren in Ureterp. Na het overlijden van Jeichien in 1836 verhuist hij naar Smallingerland, waar hij in 1845 overlijdt.

Zoon Jan Arends Slagter trouwt in 1815 met zijn nicht Geesien Jans Stroetinga, dochter van Jan Jannes Stroetinga en Wemeltien Engberts, zie 60 en 16. Hij hertrouwt in 1824 met Annechien Harms Tuinman, dochter van Harm Geerts Tuinman en Janna Berends Schuurman, zie 43.

30 Willem Jansen, Steven Jacobs Wever, Derk Bloembergen

In 1742 lijkt niemand in aanmerking te komen als bewoner van huis 29 of 30. Deze huizen vormen samen een dubbele woning die in 1807 in het bezit is van de weduwe J. Willinge, zie 96. Mogelijk is het huis gebouwd na 1745.

Willem Jansen wordt vermeld in het Haardstedenregister van 1754-1774. Vermoedelijk deze Willem Jansen trouwt in 1744 met Lammechien Hindriks. Van dit echtpaar zijn 4 dochters bekend.

Dochter Annechien Willems trouwt in 1775 met Steven Jans (van Veen), geboren in 1749 in Eelde als zoon van Jan Geerts Soldaat en Marijke Jans. Zij wonen in 1784 in huis 13.

Dochter Geesien Willems, geboren in 1751, trouwt in 1779 met Jan Thijs Brink, geboren in Steenbergen, Roden als zoon van Thijs Stevens en Jantien Willems. Zij wonen in 1784 mogelijk in huis 11 en vanaf 1794 in huis 131, zie aldaar.

Dochter Hindrikje Willems trouwt in 1780 met Harm Gerrits, vermoedelijk geboren in 1753 in Norg als zoon van Gerrit Harms en Jantje Jans. Hun zoon Gerrit noemt zich later Meulema. Hij trouwt in 1804 in Roden met Luttien Jacobs Koning.

Harm Gerrits hertrouwt in 1784 in Peize met Roelfje Roelfs van Helpen (Helpman, Groningen). Als mombers worden aangesteld Steven Jans en Jan Ties van Peize, Hindrik Hindriks van Norg en Jan Stevens van Assen (getrouwd met zuster Albertien Gerrits). Er zijn schulden aan smid Ties te Norg wegens huur, mogelijk hebben zij daar eerder gewoond. Ook monsr. Cnoest te Eelde (chirurgijn) heeft geld te goed.

Dochter Aaltien Willems, geboren in 1759, trouwt in 1787 in Roden met Hindrik Klaassen Holtman uit Roden.

Vanaf 1784 wordt Steven Jacobs vermeld als wever, aangeslagen voor 2 paarden. In 1797 is hij 48 jaar, met inwonend de zoons Jacob 22 jaar en Coobe, 18 jaar.  In 1807 is hij weduwnaar met 3 inwonende kinderen en als beroep wever. Zoals hierboven vermeld is weduwe J. Willinge dan eigenares van het huis. Steven Jacobs woont ook in 1813 nog in het huis met de familienaam Wever.

Steven Jacobs Wever is een zoon van Jacob Willems en Margien Stevens, zie 17, waarvan zoon Geert Jacobs bekend wordt onder de familienaam Dekker. Hij trouwt omstreeks 1775 met Annechien koops, dochter van Koop Jans (Koops) en Zwaantien Jans, zie 108 en 61.

De oudste zoon Jacob Stevens Wever blijft vermoedelijk ongehuwd en overlijdt in 1838. 

Zoon Koop Stevens Wever trouwt in 1807 met Jantien Willems Arkies, dochter van Willem Engberts Arkies en Jantien Berends, zie 100.

Dochter Marchien Stevens Wever trouwt in 1819 in Eelde met Kornelis Lammerts Dussel uit Eelde en gaat daar ook wonen.

Dochter Zwaantje Stevens Wever trouwt in 1821 met Jan Harm Raben, geboren in Thesingveld bij Veldhausen, Graafschap Bentheim, zoon van Warse Raben en Triene Snieders.

In 1825 woont Derk Bloembergen in het huis. Hij is in 1832 ook eigenaar.

Derk Bloembergen is geboren in Amersfoort als zoon van Derk Bloembergen en Johanna van der Linde. Hij trouwt in 1825 met Aaltien Arends Koops, dochter van Arend Jans Koops en Aaltien Geerts Huizinga, zie 28 en in 1830 met haar zuster Hinderica Arends Koops.

31 Wed. Harm Geerts, wed. Ties Stevens, Wolter Wolters, Claas Alberts, Bareld Arends Slagter, Roelof Huizing, Jan Klasinge, Engbert Willems Arkies

Het Haardstedenregister van 1742-1764 vermeldt weduwe Harm(en) Geerts, in 1764 met vrijstelling van belasting. Zij wordt in 1754 en 1764 vermeld tussen de bewoners van huis 30 en 32. Mogelijk is zij dezelfde als Trijntien Jansen, die in het Register van Nieuwe Huizen 1742 woont in een sinds 1646 nieuw huis, dat ook haar eigendom is. Harmen Geerts overlijdt in 1740. Daarvoor en daarna wordt rente betaald aan de armenkas over 50 gld.

In 1774 woont weduwe Ties Stevens in het huis, mogelijk Jantien Willems, getrouwd met Thijs Stevens (Brink). Kinderen zijn geboren in Roden. Zoons Steven en Jan wonen later in Peize.

In 1784 woont Wolter Wolters in een klein huisje. Hij is een zoon van Roelof Wolters en Marchien Willems, zie 139 en getrouwd met Geugien Martinus Kransen, dochter van Martinus Engberts en Grietje Popken, zie o.a. 19. In 1754 is hij koopman in huis 114, een huis van zijn schoonvader, zie aldaar.

In 1794 wordt Claas Alberts vermeld met vrijstelling en onder de diaconie. In 1797 is hij 72 jaar, bezembinder en woont bij hem in zijn schoonzoon Hindrik Weitering (Wiefering), 40 jaar, wever, zie verder bij 28 waar hij eerder woont.

In 1798 koopt Willem Willems een keuterij met 2 staakhopen hoppeland en de halve hop mandelig met de diaconie, gelegen in het zuideinde van Peize van de predikant F. Snethlage van Leens, optredend voor zijn echtgenote A. Bavinge voor 302 gld. Het huis grenst ten oosten aan wed. Willinge, ten zuiden aan de weg, ten westen aan de diaconie van Peize en ten noorden aan Steven Frisgers.

In 1804 woont Bareld Arends (Slagter) in het huis, zie 29.

In 1807 wordt het huis bewoond door Roelof Huizing, arbeider met 2 inwonende kinderen, eerder wonend in huis 33, zie aldaar. Eigenaren zijn (de broers) Engbert en Willem Willems (Arkies).

In 1813 wordt het huis bewoond door Jan Klasinge, zie 28. Engbert Willems Arkies woont dan in huis 120, Willem Willems Arkies is in 1811 overleden, hij woont in 1807 in huis 133.

In 1825 woont Engbert Willems Arkies in het huis, die in 1832 ook eigenaar is.

32 Jan Geerts Smit, Berent Hindriks, weduwe Jan Warmelts, Roelof Abeen, Gerard Vowinkel, Diaconiehuis, Roelef Jans Abeen, Roelof en Bareld Roelofs Doens, Jan Harms Hagenauw, Berend Hindriks Schuurman

Volgens het Register van Nieuwe Huizen 1742 is het huis dat in 1646 eigendom was van Jan Geers Smit, in 1742 eigendom van de weduwe Willinge, met als meiers Berent wever, weduwe Jan Warmels en weduwe Hindrik Bijmholt. In 1745 worden als meiers vermeld Berent Hindriks, weduwe Hartgers en Roelef Warmelts.

Het Haardstedenregister 1742 vermeldt Berent Hinderiks, wever, weduwe Hartgers, oude vrouw alleen wonende, aangeslagen als keuter en Geesjen Hinderiks, weduwe Bijmholt met vrijstelling. In 1754 vermoedelijk Roelef Abeen als keuter en Gerard Vowinkel als wever, aangeslagen als keuter en voor het ambt. In 1764 worden vermeld Roelef Abeen en Roelef Warmelts als keuter en Gerard Vowinkel als wever. De wevers krijgen steeds een aanslag van 2 gld., dus als keuter en voor het beroep.

De weduwe van Jan Warmelts (of Warners) is mogelijk Geertien Alberts. Jan Warners trouwt in 1715 met Gretien Jansen. Gretien overlijdt al in 1716. Jan Warners hertrouwt in 1717 met Geertien Alberts. Al in 1719 is in het diaconieboek sprake van de weduwe van Jan Warners. Een andere Jan Warmelts (of Warmens) woont in de periode 1754-1774 in een diaconiehuisje bij de Roderweg, dat hij in 1737 heeft gekocht van de diaconie, maar dat later blijkbaar weer is teruggegaan, zie 96*.

Berent Hindriks is mogelijk de vader van Hindrik Berents (Buning) op 35, die eveneens wever is. Weduwe Hartgers is Gesien Ebbinge, laatst weduwe van Jacobus Hartgers, eerder getrouwd met Otto Lunsche, zie 3 en Roelof Luinge, brouwer in Groningen, zoon van de verwalter-schulte Roelof Luinge, zie 66.

Roelef Abeen wordt in 1742 nog vermeld bij vermoedelijk huis 40. Hij is vermoedelijk een broer van Jan Abeen. De laatste heeft een zoon Roelef Jans Abeen, die in 1764 mogelijk in huis 40 woont en dus geruild heeft met zijn oom. Vanaf 1774 wordt Roelef (Jans) Abeen in huis 32 vermeld met vrijstelling en onder de diaconie.

In 1767 verkopen de erfgenamen van Vaandrig Lucas Willinge en Juffrouw Johanna Wolthers een rij behuizingen bestaande uit 3 woningen, bewoond door Roelef Abeen, Roelef Warmelts en Gerard Vowinkel aan de diaconie van Peize. Ook op de kadastrale kaart van 1832 is het huis verdeeld in 3 percelen.

Roelef Jans Abeen is een zoon van Jan Abeen en Hillechien Roelefs, zie 57. Hij trouwt in 1753 ook met een Hillegien Roelfs en in 1756 met Geertien Warmelts.

N.B. Omstreeks dezelfde tijd is er ook een Roelof Jans Abeen in Haren, die afkomstig is van Erm bij Sleen.

Zoon Jan Roelfs Abeen uit het eerste huwelijk trouwt in 1784 met Jaapkien Hindriks Vijfschaft uit Vries en woont eerst in huis 146, later in huis 76. Hun kinderen gebruiken evenals andere kinderen van Roelef Abeen in Peize de familienaam Been.

Dochter Hillechien Roelfs Been uit het tweede huwelijk trouwt omstreeks 1785 met Geert Hindriks Vijfschaft, broer van de echtgenote van Jan Roelfs Abeen, Jaapkien Hindriks Vijfschaft en woont vanaf 1794 in huis 146 bij de Stenhorstdijk.

Dochter Harmtje Roelofs Been heeft een dochter Hillechien Been, in 1822 in Haren getrouwd met Johannes Lucas Lutgers, zoon van Kornelisien Gerrits Lutgers, zie 26. Zij wonen daarna in Glimmen. Harmtje woont bij overlijden in Noordlaren en is dan weduwe van Hindrik Kebuit, mogelijk Hendrik Ensing, geboren in 1773 in Eelde als zoon van Jan Ensing en Annechien Wiggers. Jan Ensing wordt soms Kabuit genoemd.

Zoon Warmolt Roelofs Been woont in Steenbergen wanneer hij in 1794 in Roden trouwt met Albertien Berends, eveneens afkomstig uit Steenbergen, die al in 1795 overlijdt. Hij hertrouwt in 1796 met Hinderkien Tonnis, ook uit Steenbergen. 

Gerard Vowinkel trouwt in 1745 met Jantien Hindriks, eerder getrouwd (in 1735) met Berend Berends. Er wordt dan door de mombers Berend Lutgers, Hindrik Berents, Harm Schuiringe en Lucas Janssen om toestemming gevraagd voor het afsluiten van een eenkindscontract. Gerard Vowinkel woont in 1774 in huis 70, nog steeds als wever evenals in 1784, maar dan zonder aanslag.

Gerard Vowinkel en Jantien Hindriks worden op dezelfde dag begraven in 1787. Hoewel ondersteund door de diaconie, was Gerard toen nog bezig met zijn laatste werkstuk als wever, dat door de diaconie wordt verkocht.

Een dochter van Berend Berends en Jantien Hindriks is vermoedelijk Jantien Berends, getrouwd met Willem Engberts (Arkies). Zij hebben o.a. een zoon Gerard en een dochter Jantien. Op de dag van de begrafenis koopt de vrouw van Willem Engberts van de diaconie de oude zwarte rok van haar moeder, waarmee Jantien Hindriks zal zijn bedoeld.

In 1774 wonen in het huis Geert Jans, Roelef Jans Abeen en Claas Hindriks, allen met vrijstelling van het haardstedengeld.

In 1784 zijn dit Jan Eilerds, Roelef Abeen en Jan Gerrits, ieder in een diaconiekamer zonder aanslag.

Jan Eilders woont in 1774 in huis 13, zie aldaar.

In 1789 houden de diakenen een collecte voor de reparatie van het lange diakoniehuis, staande in de zogenaamde Lepelstraat. De collecte brengt ruim 54 gld. op. Ook worden nog pannen van het lange huis verkocht.

In november 1793 betaalt Roelf Doens aan de diaconie huur voor het zuideinde van het lange huis. In november 1794 betaalt Jan Harms aan de diaconie de huur voor het noordeinde van het lange huis en voor het (weef)stel. Dit weefstel behoorde eerder toe aan Gerard Vowinkel. In december 1794 betaalt Otte Arends (Kosters) de huur voor het oosteinde van het huis. Hij heeft al in 1793 huis 47 gekocht, waar dan Roelof Huizing woont, die in het Haardstedenregister van 1794 nog bij huis 47 wordt vermeld.

In het Haardstedenregister van 1794 worden vermeld Roelof Doens als keuter, Roelof Abeen onder de diaconie en Jan Harms als wever.

Jan Harms is vermoedelijk Jan Harms Hagenauw, die vanaf 1797 woont in huis 109, zie aldaar.

In 1797 worden vermeld Berend Hindriks, 66 jaar, arbeider, gehuwd, Roelof Abeen, 71 jaar, bezembinder, gehuwd en Roelof  Doens, 69 jaar, bezembinder, gehuwd met inwonend zoon Barelt Roelofs, 23 jaar.

In 1804 Berent Hindriks, diaconie zonder aanslag en een diaconiehuis zonder vermelding van de bewoner.

In 1807 Bareld Roelofs, arbeider met 3 inwonende kinderen, blijkbaar de ook in 1797 vermelde zoon van Roelof Doens en Berend Hindriks als alumnus (ondersteund door de diaconie) met een inwonend kind met de diaconie als eigenaar.

In 1813 wordt niemand vermeld bij nummer 32, maar het lijkt erop dat er toen in deze omgeving wat fouten zijn gemaakt met de nummering.

In 1825 worden vermeld op nummer 32 Bareld Arends Slagter, zie 29,  32a Jacob Hoeks, zie 71, 32b Berend Harms Bathoorn, zie 58, 32c Jan Geerts Vijfschaft, zie 146 en 32d Jannes Lamberts Snijder, zie 49.

In 1832 is de diaconie nog steeds eigenaar.

Roelof Doens is een zoon van Jan Doedens en Grietje Jacobs. Hij trouwt in 1759 met Grietien Koops, dochter van Koop Jans en Zwaantien Jans, zie 108. Hij woont in 1764 in huis 112, in 1774 in huis 126 en in 1784 in huis 33 of 34.

Zoon Doede Roelofs Doeës trouwt in 1788 in Norg met Jebbegien Luitjes Koning, geboren in Buttinga bij Oosterwolde als dochter van Luitje Jacobs Koning en Geertje Hendriks. Zoon Roelof, geboren in Lieveren neemt de familienaam Te Veld aan.

Dochter Aaltien Roelfs Doedens trouwt in 1792 in Eelde met haar neef Jan Dooijs Doedens, zoon van Jacob Jans Doedens en Albertje Edens.

Zoon Bareld Roelofs Doens blijft in dit huis wonen. Hij trouwt in 1797 met Trientien Jans. Zij overlijden respectievelijk in 1808 en 1809. Er is geen momberaanstelling bekend, maar Henk Doedens schrijft dat hun vier kinderen worden opgevoed bij hun oom Doeë Roelofs te Lieveren, hoewel de jongste zoon Roelf in 1812 overlijdt in Peize.

Berend Hindriks is mogelijk Berend Hindriks Schuurman, in 1760 getrouwd Hillechien Willems en in 1769 met Jantien Alberts. Hij woont mogelijk van 1774 tot 1794 in huis 62, zie aldaar.

Het jongste kind, de in 1773 geboren zoon Jan is mogelijk het inwonende kind in 1807.

Zoals hierboven vermeld is de vermelding bij de naamsaanneming in 1813 een beetje warrig. Bij huis 32 wordt niets vermeld, tussen de bewoners van huis 33 en 35 worden enkele bewoners vermeld, die mogelijk in huis 32 hebben gewoond.

Dit zijn Jantje, weduwe van Steven Alberts Boeringe op 34 (Jantien Hindriks Boering, getrouwd met Steven Alberts Bakker, zie 1 en 5), Allerd (Albert) Jans Eilander op 50 is mogelijk dubbel vermeld (zijn vader woont inderdaad in huis 50), Koop Stevens Wever op 50a, Harmtje Roelfs Been op 53, weduwe Benard (Berend) Hindrik Beuning, Nenkje woont waarschijnlijk inderdaad op 34,  al wordt daar later nummer 35 gebruikt, zie aldaar, weduwe Heine Gerrits Mattewever, Geesje (Talens) op 34 kan heel goed in dit huis hebben gewoond. Haar tweede echtgenoot Jannes Lamberts Snijder woont in 1825 in huis 32d, zie verder bij 49.

Volgende